Twee haibuns : Kleurpotloden / De begraafplaats in Byrness

Gepubliceerd in Vuursteen, zomer 2017

Kleurpotloden

Ik heb een geschenkje mee, zei mijn vader. Hij keek naar me met een warmte die ik nog maar zelden bij hem gezien had. Het geschenk was verpakt in kleurrijk papier vol vogels en bloemen. Ik nam het aan en omhelsde hem. Voor Tom, zei vader, terwijl hij naar mijn zoon van tien uur oud keek. Voor later, voegde hij erbij. Ik maakte het papier voorzichtig los. Het was veel te mooi om te scheuren. Ik zag een schitterende doos kleurpotloden tevoorschijn komen. Dank je, vader, zei ik, ze zijn zo mooi. Ik gaf hem een dikke knuffel. Hij zal er heel mooie tekeningen mee maken, zei ik. Ook voor jou, je zal wel zien. Vader was ontroerd. Hij keek eerst naar mij, dan naar de kleurpotloden en zijn blik bleef daarna een hele tijd hangen bij Tom. Ja, zei vader, hij zal er heel mooie tekeningen mee maken, vast en zeker.

Met grote glimlach

legt de kleuter zijn tekening

op opa’s doodskist

 

 

De begraafplaats in Byrness

Het ijzeren kruis viel meteen op. De naam was net nog leesbaar: George Carr. Verongelukt in Catcleugh op 15 juni 1901. ‘Een van de 64 slachtoffers van de bouwwerken aan het waterreservoir”, zei de gids. “Onder hen ook vrouwen en kinderen. Het was toen heel gewoon dat ze meewerkten aan die gevaarlijke projecten. George Carr is maar 13 jaar geworden. Hij werd verbrijzeld onder een vrachtwagen.’

Terwijl de rest van de groep het Sint-Franciscuskerkje binnenging, met de unieke glasramen met afbeeldingen van de werken aan het reservoir van Catcleugh, bleef ik nog even slenteren op de begraafplaats. Een idyllisch mooie site, met prachtige lentebloemen tussen de oude, stenen graven. Daartussen stond dus één ijzeren kruis. Waarom van ijzer, vroeg ik me af. Omdat het goedkoper was?

De meidoornstruiken

strooien witte bloemblaadjes

over het nieuwe graf.