Nieuw spoor in onderzoek naar dood voormalig VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld

16 september 2018 - gepubliceerd op de website van Mo*

Op 18 september is het precies 57 jaar geleden dat VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld en 15 medewerkers omkwamen in een nog altijd niet opgehelderde vliegtuigcrash in Afrika. In 2011 publiceerde de Engelse onderzoekster Susan Williams het boek “Who killed Hammarskjöld?”, het resultaat van vele jaren studiewerk. Het bevat verschillende pistes van een aanslag, waarbij ook Belgen vermeld werden. Het boek leidde tot officieel onderzoek door de Verenigde Naties en dat bevestigde dat een aanslag aannemelijk was. Nu duikt een nieuw spoor op. Werd het vliegtuig van Hammarskjöld neergehaald door een vliegtuig van de Katangese luchtmacht dat bestuurd werd door een gewezen piloot van de Duitse Luftwaffe?  Historicus Torben Gülstorf onderbouwt deze piste met documenten uit Duitse archieven. Ook in dit onderzoek duiken namen van Belgen op.

 

Tshombé

 57 jaar geleden was Dag Hammarskjöld op weg naar een ontmoeting met Moïse Tshombé, de president van het zichzelf onafhankelijk verklaarde Katanga, in wat toen Noord-Rhodesië was (nu Zambia). Zijn vliegtuig crashte even voor het landen in Ndola. Het ongeluk gebeurde midden in de naweeën van de Belgische kolonisatie en de strijd om de Katangese grondstoffen. Vandaag denken de meeste waarnemers dat het geen ongeluk was, maar een aanslag. De vraag is uiteraard wie de opdracht ertoe gegeven zou hebben. Het dossier is vandaag nog belangrijk, niet alleen uit respect voor de familie en vrienden van de slachtoffers. Het is ook belangrijk voor ons land, dat het regime van Tshombé zwaar steunde, politiek en militair. Als de waarheid eindelijk aan het licht komt, kan dat onze blik op ons koloniaal verleden verhelderen.

 

In maart van dit jaar vroeg VN-secretaris-generaal Antonio Gutteres negen landen, waaronder België, een onafhankelijke expert aan te stellen om in de archieven verder onderzoek te verrichten, want volgens de VN moet daar nog belangrijke informatie te vinden zijn. België ging daar op in, net als enkele andere landen. Hun rapporten worden in de loop van volgende maanden verwacht. Maar het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika stelden nog geen expert aan. Dat is te betreuren, want zeker het Verenigd Koninkrijk, van wie veiligheidsdiensten toen heel actief waren in de regio, beschikt meer dan waarschijnlijk over belangrijke informatie. De informatie van deze landen en verder onderzoek van de VN-experten moeten tegen half 2019 tot een nieuw rapport leiden.

 

 

De Katangese luchtmacht

 

Torben Gülstorf is een Duits historicus gespecialiseerd in de geschiedenis van de Duitse politiek in Afrika na de Tweede Wereldoorlog. Hij publiceerde deze maand een artikel over de dood van Hammarskjöld waarin hij, op basis van uitgebreid onderzoek in Duitse archieven, een nieuwe piste ontwikkelt.[1] Gülstorf maakte een technische analyse van de Katangese luchtmacht en ging na welke vliegtuigen de technische capaciteit en de actieradius hadden om de DC-6 van Hammarskjöld neer te schieten of te dwingen tot een crash.

 

De Katangese luchtmacht, Force Aérienne Katangaise (FAK), ook gekend als Aviation Katangaise (Avikat) stond onder de leiding van de Belg Victor Volant. Avila beschikte over vliegvelden in onder meer Jadotville (nu Likasi), Kolwezi en Elisabethville (nu Lumumbashi). Bij een VN-offensief in augustus 1961 namen de VN-blauwhelmen een belangrijk deel van de luchtmacht in beslag. Avikat verhuisde zijn hoofdkwartier naar Kolwezi, dat nog in handen was van de Katangese secessionisten. Jean-Marie Ngosa werd de nieuwe bevelhebber van de Avikat en de Belg José Delin werd de chef van de operaties. In september 1961 richtte hun Fouga Magister, een straalvliegtuig van Franse makelij, heel wat schade aan in de strijd tegen de VN-troepen. Na de crash van het vliegtuig van Hammarskjöld en tot vandaag denken nogal wat kenners van het dossier dat dit toestel, met als piloot de Belg Jan van Risseghem, het vliegtuig van de secretaris-generaal zou neergehaald hebben of doen crashen. Van Rissegehem overleed in 2007 en werd over deze zaak nooit officieel ondervraagd. Torben Gülstorf twijfelt aan deze piste.

 

Een Duits vliegtuig

 

De Dornier Do-28 is een Duits vliegtuig dat zowel passagiers als vracht kan vervoeren. Het kan omgebouwd worden voor militaire doeleinden. Het regime van Tshombé bestelde er in 1961 vijf à tien die geleverd werden via het Belgisch-Congolese bedrijf MITRACO. Het eerste kwam in Katanga aan rond 29 augustus en zou het vliegtuig van Hammarskjöld kunnen neergehaald hebben, zegt Gülstorf. Hij geeft drie argumenten. De Dornier is beter wendbaar dan een Fouga Magister en die laatste heeft een te beperkte actieradius om zonder risico’s naar Ndola en terug naar zijn luchthaven te vliegen.  Derde element: alleen de Dornier beschikte over speciale navigatie-apparatuur. Die bewuste nacht ving de Britse spionagedienst op Cyprus een radiosignaal op van een vliegtuig dat een luchtaanval uitvoerde, wellicht op het vliegtuig van Hammarskjöld. Alleen de Dornier had navigatie-apparatuur dat signalen tot in Cyprus kon uitsturen. De Dornier zou volgens Gülstorf kunnen opgestegen zijn vanop het vliegveld van Kipushi. Daar had de Katangese regering haar tijdelijk hoofdkwartier geïnstalleerd. Hardliners zwaaiden er de plak, zegt de auteur. “Ze hadden niets te vrezen en gingen tot het uiterste om de Katangese souvereiniteit en hun politieke toekomst te vrijwaren”, schrijft hij. De man die volgens hen hun politieke toekomst het meest bedreigde, Hammarskjöld, moest uit de weg geruimd worden, luidt de hypothese.

 

 

Luftwaffe

 

Gülstorf onderzocht ook hoe de Duitse vliegtuigen van Duitsland in Katanga terecht kwamen. Piloten vlogen ze over van de luchthaven van München naar Katanga. Onder meer de Belgische piloten Boutet, Paire, Fouquet en Bertaux deden dat. Het vliegtuig dat eerst geleverd werd en eind augustus al aankwam, had blijkbaar een Duitser als piloot, Heinrich Schäfer. Die levering gebeurde in alle discretie, als een cover-up-operatie. Waarom was er alleen voor die levering zo een operatie, vraagt Gülstorf zich af.  Schäfer was piloot bij de Luftwaffe geweest en had veel ervaring met nachtelijke vliegtuiggevechten. Hij had in de Tweede Wereldoorlog aan meer dan 60 gevechtsmissies boven de Sovjetunie en Noord-Afrika deelgenomen. De auteur meent dat de whereabouts van Schäfer in september 1961 zouden moeten uitgevlooid worden. Misschien brengt het officiële onderzoek dat in Duitsland nu loopt meer informatie over Schäfer en de levering van Duitse vliegtuigen aan Katanga aan het licht.

 

 

Wat was de rol van onze landgenoten?

 

In het nieuw onderzoek van Gülstorf duiken opnieuw namen van Belgen op, net als in het onderzoek van Susan Williams en de VN. Dat verbaast niet echt, gezien de grote steun van België, zowel van overheid als privé-actoren, aan het Katangese regime. Het is nu onvoorstelbaar, maar ons land was toen in een hard conflict verwikkeld met de Verenigde Naties. Belgische huurlingen vochten zelfs tegen VN-blauwhelmen.  In 2000-2001 ontrafelde de Lumumbacommissie, een parlementaire onderzoekscommissie gesteund door onafhankelijke experten, de omstandigheden waarin Patrice Lumumba werd vermoord en de betrokkenheid van Belgische politici. Is het niet tijd dat er een analoog onderzoek komt naar de manier waarop actoren bij overheid en privé in ons land het Tshombéregime gesteund hebben?

 



[1] Lobster, winter 2018, German links to the Hammarskjöld case  Making the case for another possible murder weapon     file:///C:/Users/Gebruiker/Desktop/Bestanden%20oude%20laptop/backup/teksten-presentaties2018/lob76-hammarskjold-case.pdf