Wat verkiezingen in Israël (niet) zullen veranderen

Opiniestuk op mijn blog op De WereldMorgen

 

Een textielfabriek?

 In juni 1960 vangt de Amerikaanse ambassade in Israël geruchten op dat de Fransen aan een geheim nucleair project in Israël werken, in het plaatsje Dimona. De Israëlische autoriteiten ontkennen het en zeggen dat het om een textielfabriek gaat. De Amerikanen geloven het niet en vermoeden dat Israël kernwapens wil maken. Eerste minister Ben-Gurion moet uiteindelijk aan de Amerikanen toegeven dat het een nucleair centrum is, maar enkel ‘for peaceful purposes’. Hij herhaalt dat eind 1960 ook in de Knesset, het Israëlische parlement. Maar dat komt niet geloofwaardig over. Waarom al die geheimen over het project? Waarom kunnen de Israëlische parlementsleden de installaties niet bezoeken? Waarom krijgen ze de begroting van het project niet te zien? En als Dimona niets met kernwapens te maken had, waarom bouwt dan het Ministerie van Defensie de installaties? De gemeenschappelijke zorg om het voortbestaan van het land smeedt een omerta over de partijgrenzen heen. De Israëlische politici aanvaarden de uitleg van Ben-Gurion. Sindsdien werd in het Israëlisch parlement nooit meer over het nucleair centrum van Dimona gesproken. Meer nog, Dimona is absoluut staatsgeheim waarover in de Israël geen debat mogelijk is. De Israëlische censuur verbiedt elke publicatie van informatie erover. Klokkenluiders nemen een enorm risico. Mordechai Vanunu werkte in Dimona en gaf in 1986 een interview aan een Engelse krant[2]. Hij werd door de Mossad gekidnapt in Rome, overgebracht naar Israël en achter gesloten deuren veroordeeld tot 18 jaar opsluiting waarvan elf jaar eenzame opsluiting. Vanunu kon in 2004 de gevangenis verlaten maar zijn bewegingsvrijheid is enorm beperkt. Hij mag Israël niet verlaten, moet de overheid permanent op de hoogte houden van zijn verblijfplaats, mag geen telefoon of internet gebruiken en geen contact hebben met buitenlanders. Sinds de onthullingen van Vanunu zijn er in Israël geen “nucleaire klokkenluiders” meer geweest.

 

Groen licht van de VS

In september 1969 sluiten de Amerikaanse president Nixon en de Israëlische eerste minister Golda Meir een geheim akkoord. Israël heeft ondertussen enkele kernwapens – wellicht vanaf 1967 - en mag die van de Verenigde Staten behouden. Israël mag er zelfs meer maken. In ruil moet Israël beloven de kernwapens niet te testen en ook nooit bekend te maken dat het kernwapens heeft. Israël moet ook beloven zijn ‘nucleaire status’ niet te gebruiken in diplomatieke relaties en noch te bevestigen noch te ontkennen dat het kernwapens heeft. Israël hoeft van de Verenigde Staten het non-proliferatieverdrag dat intussen gelanceerd is, niet te tekenen maar het moet beloven zich niet te verzetten tegen de implementatie ervan, een belangrijke doelstelling van de Amerikanen. Alle opvolgers van Nixon en Golda Meir zullen zich achter dit beleid scharen. Telkens om dezelfde reden: het unieke karakter van de veiligheidsbehoeften van Israël. Tot vandaag wordt die lijn nauwgezet aangehouden.

Ik wil nog vermelden dat Israël het eerste land na de vijf leden van de Veiligheidsraad was dat zelf kernwapens maakte. Pas nadien volgden India, Pakistan, Zuid-Afrika[3] en Noord-Korea.

 

Amimut

Professor Avner Cohen, één van de grootste kenners van het Israëlische kernwapenprogramma, vat het Israëlisch beleid samen in het Hebreeuwse woord ‘amimut’. Het Nederlandse woord ‘ambiguïteit’ is de beste vertaling[4]. Israël is het enige land ter wereld dat door iedereen beschouwd wordt als een kernmacht maar dit zelf niet bevestigt. Er heerst de grootste geheimhouding over het kernwapenprogramma. Alle vragen erover worden beantwoord met een “Ik zeg niet ja en ik zeg niet neen”. Die zelfgekozen en heel consequente keuze voor ambiguïteit levert Israël belangrijke voordelen op. Israël wil enerzijds dat zijn vijanden in het Midden-Oosten geloven dat het over kernwapens beschikt zodat er een duidelijk afschrikkingseffect is. Anderzijds wil het zijn bondgenoten doen geloven dat het geen kernwapens heeft en dus propere handen heeft zodat het zonder schroom op internationaal vlak kan pleiten tegen nucleaire proliferatie, bv. in het Iran-dossier.

Deze “amimut” werkt al decennia, en dit met de impliciete steun van de bondgenoten van Israël, ook van ons land. Een parlementslid dat minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders hier zou over ondervragen, zal een ontwijkend antwoord krijgen dat de Israëlische amimut legitimeert.

 

Een kernmacht

Hoeveel kernwapens[5] heeft Israël nu? Gezien het geheime karakter van het kernwapenprogramma lopen de cijfers sterk uiteen, van 60 tot 400. De meeste bronnen houden het op ‘tussen de 100 en 200’. Het land beschikt over verschillende systemen om kernwapens te transporteren: middellangeafstandsraketten, duikboten en jachtvliegtuigen. Bij die laatste gaat het ondermeer om F-16’s. Barco heeft samengewerkt met het Israëlische defensiebedrijf Elbit Systems dat een nieuwe en zeer performante vluchtsimulator voor de training van ondermeer F-16-piloten op punt stelde.

 

Een teken van hoop, heel even

Al sinds de jaren zestig wordt gepleit voor een kernwapenvrij Midden-Oosten. Later werd de opzet uitgebreid tot alle massavernietigingswapens, dus ook chemische en biologische wapens. De VN-Veiligheidsraad nam hierover resoluties aan. Bij de opvolgingsconferentie van het non-proliferatieverdrag in 2010 werd unanimiteit bereikt om in 2012 hierover een conferentie te organiseren. Daarbij zouden alle landen van het Midden-Oosten betrokken worden. Later werd Finland als gastland aangeduid. Maar uiteindelijk ging de conferentie onder druk van de Verenigde Staten niet door. Die verwezen als reden ondermeer de huidige politieke situatie in het Midden-Oosten. Zo vind je natuurlijk altijd een reden om niet rond de tafel te zitten.

Vorige maand nog heeft de VN-Veiligheidsraad een resolutie goedgekeurd waarin Israël gevraagd werd om lid te worden van het non-proliferatieverdrag en haar nucleaire installaties te laten inspecteren door het Internationaal Atoomenergieagentschap. De resolutie werd goedgekeurd met 174 stemmen voor, zes stemmen tegen[6] en zes onthoudingen. Israël heeft ze net als vorige resoluties over deze problematiek naast zich neer gelegd.

 

Verkiezingen

Zullen de verkiezingen op dinsdag 22 januari aan de nucleaire dimensie van het Israëlische veiligheidsbeleid iets veranderen? Daar is helaas geen enkele aanwijzing voor. Kernwapens zullen wellicht nog een hele tijd een hoeksteen van het Israëlische veiligheidsbeleid blijven.

De Israëlische veiligheidsaanpak impliceert dat geen andere landen in het Midden-Oosten over kernwapens mogen beschikken. Anders zou de machtsbalans in de regio totaal veranderen. Israël heeft in het verleden verregaande maatregelen genomen om dat te verhinderen. Denk maar aan het bombarderen van de Iraakse kernreactor in 1981 door de Israëlische luchtmacht. Daarmee zitten we bij de “Begin-doctrine” en de uiterst belangrijke vraag of Israël die ook in het Iran-dossier gaat toepassen. Ik licht dat toe in deel twee van deze tekst.

 

Saddam Hoessein

Israël wil haar regionaal kernwapenmonopolie behouden en dus vermijden dat andere landen in het Midden-Oosten kernwapens maken. Daarvoor worden alle mogelijke middelen ingezet. In 1981 vernietigde de Israëlische luchtmacht een kernreactor van Saddam Hoessein in Irak. De Israëlische eerste minister Menachem Begin vatte het zo samen: "On no account shall we permit an enemy to develop weapons of mass destruction (WMD) against the people of Israel." Daarmee was de Begin-doctrine geboren: Het is uitgesloten dat een vijand van Israël massavernietingswapens verwerft[8]. Die doctrine werd ook in 2007 toegepast. De Israëlische luchtmacht vernietigde een gebouwencomplex in Syrië waar meer dan waarschijnlijk een kernreactor in aanbouw of exploitatie was.

 

Iran?

Gaat Israël de Begin-doctrine ook toepassen op het militaire, nucleair programma van Iran?[9] Gaat Israël, al of niet in samenwerking met de VS, Iraanse nucleaire sites bombarderen? Het is een bijzonder belangrijke vraag die al jaren tot grote debatten overal ter wereld leidt. Ik ken geen experts die zeggen dat het een makkelijke uitdaging is, integendeel.  De experts zijn het eens: het gaat om een heel moeilijke operatie. Sommige nucleaire installaties zitten diep onder de grond verborgen, Iran heeft zich op aanvallen beter voorbereid dan Saddam in de tijd en de grote afstand tussen Israël en Iran bemoeilijkt de operatie. Bovendien zijn er voor Israël en de VS grote risico’s verbonden aan een dergelijke militaire operatie: vergeldingsacties door Iran of Hezbollah, troubles in de Straat van Hormuz etc. Experts zeggen dat een dergelijke militaire aanval het nucleair programma van Iran wel zou kunnen vertragen, maar niet stoppen.

 

Uitputtingsoorlog

Terwijl diplomaten, experts, pers en publieke opinie al jaren debatteren over een mogelijk Israëlische aanval op Iraanse nucleaire sites, is er al een uitputtingsoorlog aan de gang. Er waren de laatste jaren verschillende cyberattacks op nucleaire installaties in Iran (Stuxnet bv.). Iedereen keek naar Israël als bedenker en uitvoerder van deze aanvallen. Sinds 2010 werden vier Iraanse kernwetenschappers vermoord. Bewijzen dat de Mossad er een rol in speelde, zijn er niet, sterke vermoedens wel. De economische sancties tegen Iran wurgen de Iraanse economie, de rial heeft een duik genomen en de Iraniërs in de straat voelen de sancties meer en meer. Willen Israël en haar bondgenoten ayatollah Khamenei op deze manier dwingen om af te zien van kernwapens? Heeft dat een kans op slagen? De zeer complexe en moeilijk te analyseren politieke en socio-economische situatie in Iran maken het heel moeilijk daarop te antwoorden. Persoonlijk denk ik dat die sancties het regime niet gaan ontwrichten. Meer nog, het regime kan zo zelfs extra legitimiteit verwerven.

Als de economische sancties de volgende maanden niet het beoogde effect hebben, kan de militaire optie weer naar boven op de agenda schuiven. Of is de nominatie van Chuck Hagel als nieuwe Amerikaanse minister van defensie een teken dat president Obama een militaire aanval uitsluit?

 

Welke toekomst?

Welke politici ook straks de verkiezingen in Israël winnen, ze zullen dezelfde politiek-existentiële vragen op hun agenda hebben als hun voorgangers. Wordt de Begin-doctrine in 2013 toegepast en krijgen we een militaire aanval van Israël (en eventueel de VS) op Iraanse nucleaire sites? Of worden de economische sancties tegen Iran nog verder opgedreven en hebben die uiteindelijk toch effect? Dwingen de ontwikkelingen in het Midden-Oosten en het verderzetten van het kernwapenprogramma van Iran Israël en de VS tot een fundamenteel andere aanpak? Veiligheid via internationale samenwerking in plaats van de militaire logica? Dat lijkt op korte termijn niet waarschijnlijk. Maar willen de machtshebbers in het Midden-Oosten deze situatie nog decennia verder zetten? Dat zijn fundamentele vragen waarop de vrouwen en mannen die dinsdag in Israël verkozen worden antwoorden zullen moeten op geven. Antwoorden waar ook de politici in ons land zich zullen moeten over uitspreken.

 

 

 


[1] Deze tekst is een actualisering van een hoofdstuk uit mijn e-book “België en de bom, de rol van België in de proliferatie van kernwapens”, zie www.lucbarbe.be.

[2] The Sunday Times, 5 oktober 1986.

[3]Zuid-Afrika maakte een einde aan zijn militair nucleair programma in 1989, de kernwapens werden ontmanteld en in 1991 werd Zuid-Afrika lid van het non-proliferatieverdrag.

[4] Cohen maakt in zijn boek “Israël and the bomb” een verschil tussen “ambiguity” en “opacity”. Ik ga er hier niet dieper op in.

[5] Israël gebruikte hiervoor ondermeer uranium uit Belgisch Congo dat het via een uitgekiende operatie van de Mossad (“operatie Plumbat”) kon kopen van Union Minière.

[6] Israël, de VS, Canada, Marshall Islands, Micronesia and Palau.

[7] Deze tekst bouwt verder op een hoofdstuk uit mijn e-book “België en de bom, de rol van België in de proliferatie van kernwapens”, zie www.lucbarbe.be.

[8] Saddam had inderdaad een kernwapenprogramma. Frankrijk speelde daar een cruciale rol in. Een Belgisch bedrijf bouwde voor Saddam, met instemming van de Belgische regering, een uraniumfabriek.

[9] Ik argumenteer in mijn boek “België en de bom” (www.lucbarbe.be) uitvoerig waarom ik denk dat Iran echt wel aan een kernwapen werkt. Voor alle duidelijkheid: ik denk dat een Iraanse kernmacht een heel slechte zaak zou zijn voor het Midden-Oosten en de internationale gemeenschap en dat alle massavernietigingswapens waar ook ter wereld zo snel mogelijk de wereld uit moeten.