Waarom ik niet naar de conferentie over chemische wapens in Ieper ga

21 april 2014 - gepubliceerd op website Mo*

Op 22 april 1915 krijgt de moderne oorlogsvoering de trekken van absolute gruwel en waanzin. In Ieper wordt voor het eerst chloorgas ingezet als chemisch wapen. De gevolgen zijn verschrikkelijk. Er vallen duizenden doden. De maanden en jaren nadien zullen chemische wapens nog vele tienduizenden slachtoffers maken. Ook de laatste decennia werden nog chemische wapens ingezet, in Irak, Iran en Syrië. Het is dus een goede zaak dat chemische wapens aandacht krijgen in het kader van de herdenkingsplechtigheden van de Eerste Wereldoorlog. Van 22 tot 25 april organiseert de stad Ieper er een driedaagse conferentie over. De organisatoren hebben het thema verruimd tot alle massavernietigingswapens, in het bijzonder nucleaire wapens. Wie het programma overloopt, ontdekt belangrijke sprekers. Tot daar het goede nieuws. Want de conferentie is op de eerste plaats een gemiste kans om de link te leggen met bijzonder grote vragen waar Vlaanderen, België en anderen landen vandaag moeten op antwoorden.  Ik overloop de belangrijkste.

Waarom mogen wij, inwoners van dit land, en zelfs onze parlementsleden (!), niet weten of er kernwapens zijn gestationeerd in Kleine Brogel? Ze zijn er, het is het “slechtst bewaarde top secret” van het land. Maar formeel mag dit niet bevestigd worden. Ons parlement heeft zich nooit uitgesproken over de noodzaak aan deze kernwapens. Is dat normaal in een volwassen democratie? Op de conferentie in Ieper zal nog maar eens uitvoerig gewezen worden over het onmenselijke karakter van de kernwapens, maar zelf hebben we er dus op ons grondgebied. Met instemming van “ons land”, maar wie is dat?  Zeker niet het parlement, ook niet deze regering. Verdient dit geen debat? Pikken we dat zomaar? Over de meest belangrijke beslissingen op het gebied van veiligheid, nl. het gebruik van massavernietigingswapens, staat de democratie in ons land al decennia volledig buiten spel. Op de conferentie in Ieper is er geen debat voorzien over onze kernwapens en de nucleaire doctrine van de NAVO.

Een ander belangrijk issue is de nucleaire proliferatie. Als we chemische wapens en andere massavernietigingswapens zo verschrikkelijk vinden, waarom kijken we dan niet scherper toe op de export van “dual use” goederen ? Goederen die zowel in civiele programma’s als in een nucleair militair programma kunnen gebruikt worden. In verschillende dossiers pleitte de Vlaamse Regering de laatste jaren voor een soepele exportpolitiek, ook al wezen de Staatsveiligheid en Buitenlandse Zaken op proliferatierisico’s. Is het dan zo dat commerciële belangen van enkele Vlaamse bedrijven belangrijker zijn dan de internationale veiligheid? Verdient dit geen debat?

Dan is er nog ons eigen nucleair verleden. Het uranium dat gebruikt werd voor de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki was afkomstig uit toenmalig Belgisch Kongo. Dat de toenmalige Belgische regering instemde met de verkoop van uranium aan de Verenigde Staten, zou je, gezien de oorlogssituatie en de onwetendheid over de kracht van atoombommen, nog door de vingers kunnen zien. Maar na Hiroshima en Nagasaki kende men de gruwel van kernwapens. Toch ging onze uitvoer van uranium naar de Verenigde Staten gewoon verder, wat goed was voor de productie van vele honderden atoomwapens. In de decennia nadien werkten Belgische bedrijven, meestal met instemming van onze regering, mee aan nucleaire programma’s van landen als Irak, Libië en Pakistan, terwijl toen algemeen bekend was dat die een militair karakter hadden. Hoe komt het dat dit zomaar kon? Business boven internationale veiligheid? Hoe komt het trouwens dat we dit stuk van ons verleden zo weinig gekend is? Lijden we aan een soort collectieve nucleaire amnesie? Hebben we dit soort ongemakkelijke waarheden uit het collectief geheugen verdrongen? En als dat zo is, hoe werken die verdringingsmechanismen dan?  Dat zouden pas boeiende en vernieuwende onderwerpen zijn op een conferentie over massavernietigingswapens. Niets van dit alles deze week in Ieper. Veel belangrijke onderwerpen en sterke sprekers, dat wel. Maar het zal er dus niet gaan over de massavernietigingswapens in Kleine Brogel of de problematiek van de nucleaire proliferatie, laat staan over het Vlaams en federaal nucleair exportbeleid van de laatste jaren.

Het beleid van ons land inzake massavernietigingswapens is er al decennia een van onbeschroomde en perfect gemarketeerde ambiguïteit. Naar buiten uit pleiten we voor een wereld zonder massavernietigingswapens, terwijl we zelf 100% meewerken aan de massavernietigingsdoctrine van de NAVO, kernwapens stationeren op ons grondgebied en bij nucleair exportdossiers wel eens commerciële belangen boven de internationale veiligheid durven stellen. De conferentie in Ieper stelt die ambiguïteit niet in vraag. Het is dan ook evident dat ik er niet naar toe ga.