2013, een jaar van vluchtwegen & uitwegen

Verschenen in de Morgen op 29 december 2012

 Luc Barbé ziet in 2013 heel uiteenlopende antwoorden op de meervoudige crisis. De enen zoeken in openheid en overleg duurzame uitwegen. Anderen houden vast aan het huidige economische model en creëren vluchtwegen.

  

Net als de vorige jaren zullen we ook in 2013 een stroom alarmsignalen over de toestand van onze planeet krijgen. Nieuwe rapporten illustreren dat we de grenzen van de planeet niet respecteren. De uitstoot aan broeikasgassen blijft stijgen, fijn stof blijft een groot probleem, de biodiversiteit gaat op tal van plaatsen achteruit etc. Het neoliberale economisch model blijft dominant, maar de systeemfouten worden steeds meer zichtbaarder, zowel op economisch, ecologisch als sociaal vlak.

 

Daarop komen twee heel uiteenlopende signalen: de enen zoeken naar uitwegen, de andere naar vluchtwegen.

 

Enerzijds zoeken mensen hier bij ons en zowat overal ter wereld samen pistes naar duurzame uitwegen uit de crisis. Hoe organiseer je een duurzame economie? Of duurzame mobiliteit. En wat met duurzame voedselproductie? Soms gaat het om initiatieven op niveau van een gezin of wijk, soms op niveau van een stad, gewest of land. Zeker de stedelijke dynamieken zijn heel boeiend. Dat lijkt een bijzonder interessant niveau te zijn om nieuwe, creatieve antwoorden te formuleren en te implementeren. De stad als laboratorium van uitwegen uit de crisis.

 

Anderzijds blijven mensen, bedrijven en overheden vluchtwegen zoeken. Bedrijven speuren naar aardolie en aardgas op heel ontoegankelijke plaatsen: diep in de oceaanbodem of in de Arctische zee. Nieuwe technieken – “fraccing” – worden gebruikt om aardgas te winnen. De oliepeak wordt dus jaren in de toekomst opgeschoven en aardgas boomt. De gevolgen voor de klimaatopwarming hiervan zijn catastrofaal, maar bij gebrek aan een internationale regeling draaft de fossiele energiemachine door.

 

Ook in andere sectoren blijft de druk groot om vluchtwegen te creëren om toch maar het bestaande economisch model te doen overleven. Al kwam er sinds de bankencrisis een pak regulering bij, de sector blijft de volgende jaren zoeken naar inventieve wegen om die te omzeilen. Wat kan leiden tot een reeks van nieuwe schandalen. Niet van de omvang van Dexia of Fortis, maar voldoende om pers en publiek in rep en roer te zetten. Bij elk nieuw schandaal krijgt het concept “robuustheid” van Nicolas Nassim Taleb meer legitimiteit. Moeten we een systeem niet zo robuust maken dat, als er toch een belangrijk onderdeel omvalt (een bank, een elektriciteitscentrale..) er geen systemisch probleem is? En dus, zeggen de vrienden van Taleb, moeten we sectoren zoals de bank- en energiesector structureel omvormen. Gedaan met reuzenbanken die “too big to fail” zijn en met die reusachtige elektriciteitscentrales à la Doel & Tihange waarvan het uitvallen heel het land doet panikeren. Een tegenbeweging naar schaalverkleining zet in 2013 haar eerste stappen. In plaats van “small is beautiful” wordt het “small is smart and fare.”

 

Nieuwe media spelen hier een belangrijke rol. Ze helpen vluchtwegen veel sneller dan vroeger onthullen. Een vakbondsmilitant in Vietnam neemt met zijn smartphone enkele foto’s van schandalige arbeidsomstandigheden in een textielfabriek, post ze op internet en de dag nadien moet een winkelketen met vestigingen in Antwerpen en Gent zich verantwoorden tegenover de Vlaamse publieke opinie. Twintig of zelfs tien jaar geleden was dat ondenkbaar. Nieuwe technologieën en media zijn dus prima instrumenten in de strijd tegen het verhullen van de schade van onze productie- en consumptiepatronen.

 

De spanning tussen de aanhangers van uitwegen en die van vluchtwegen illustreert een paradigmaverschuiving. Van de homo faber naar de homo mondialis. De eerste wil vooruitgang en ontwikkeling en wil daarvoor met ratio en tools zijn omgeving beheersen en overwinnen. Helaas schat hij de gevolgen van zijn handelen in tijd en ruimte niet voldoende in. De tweede mikt uiteraard ook op vooruitgang en ontwikkeling, maar beseft dat er grenzen aan de planeet zijn. Voor hem is de centrale vraag hoe we hier straks op deze eindige aarde met negen miljard mensen op een kwalitatieve wijze gaan samenleven. Het gaat dan niet meer alleen om mijn leven en dat van een kleine groep rond mij: mijn familie, mijn regio, mijn land. Het gaat om alle inwoners van deze planeet. De vraag naar “het goede leven” komt dus in 2013 prominenter op de agenda, zeker ook in klassieke economische middens.

 

2013 wordt dus een jaar waarin het inzicht dat onze eigen welvaart en welzijn onlosmakelijk gekoppeld zijn aan die van alle andere mensen op de planeet sterk groeit. De breuklijn tussen de homo faber en de homo mondialis wordt een rode draad in tal van dossiers. Waarbij de eerste weliswaar meestal de plak zwaait, maar waarbij de tweede dag aan dag sterker en zichtbaarder wordt.