Union Minière, het goede voorbeeld

Wat ik maar laat heb ingezien en nog meer had kunnen uitwerken, is het volgende. Ook al was Union Minière daartoe niet verplicht, ze hebben toch maar een tiental jaar geleden hun archieven opengesteld voor twee onafhankelijke historici. Met als resultaat een boek dat ook heel pijnlijke passages uit de geschiedenis van het bedrijf bevat. Bijvoorbeed over de verkoop van uranium aan nazi-Duitsland. Maar tegelijkertijd heeft dat Union Minière, ondertussen Umicore,  ook sterker gemaakt. Het maakte het het bedrijf makkelijker bladzijden om te slaan en aan een nieuwe toekomst te werken. Wat ook heel aardig is gelukt. Een voorbeeld voor sommige actoren in de nucleaire sector?

Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) weigert toegang tot zijn archieven, terwijl het een instelling van openbaar nut is die jaarlijks zo'n 70 miljoen belastinggeld krijgt. Terwijl er meer toekomst zou zijn voor het SCK als het eindelijk eens zijn verleden in de ogen durft kijken, en onze samenleving kan acte nemen van de mooie en minder mooie bladzijden in de geschiedenis van dit onderzoekscentrum (waarbij je natuurlijk garanties kan inbouwen dat onderzoekers geen inzage krijgen in proliferatiegevoelige gegevens, dat is te organiseren).

En Belgonucleaire zou dan natuurlijk moeten volgen, dat zou nog nuttiger zijn. In welke landen hebben ze aan welke projecten deelgenomen? Hoe was de relatie met Buitenlandse Zaken? En hoe verliepen hun contacten met de Amerikanen? Belangrijke vragen.

Wie neemt hier een initiatief?